“Ik ben niet de moeite waard”
In mijn praktijk heb ik nogal eens te maken met cliënten die diep van binnen een sterke overtuiging hebben dat ze niet de moeite waard zijn.
Ook al weten ze verstandelijk dat ze wel de moeite waard zijn, toch voelt het niet zo.
En het zijn vooral deze diepere negatieve overtuigingen over onszelf, die ons sturen. Die een grote invloed hebben op ons gedrag en onze emoties. Op de keuzes die we maken.
Vaak doen we erg ons best om ‘het niet de moeite waard zijn’ voor de buitenwereld te verbergen. Alsof het een geheim is dat niet mag worden ontdekt. Door bijvoorbeeld bepaalde situaties te vermijden, door extra op te vallen, door heel goed te presteren, door anderen ‘te pleasen’ of extra voor anderen te zorgen. Allemaal strategieën met als doel zo ver mogelijk weg te blijven van het gevoel ‘niet de moeite waard te zijn’.
Ook houden we de reacties van anderen nauwlettend in de gaten om te checken of de ander misschien ook vindt dat we niet de moeite waard zijn. Want dat moet voorkomen worden. Ons geheim mag niet worden ontdekt.
Het dealen met dit soort negatieve overtuigingen over onszelf kost heel veel energie. Niet zelden leidt het jarenlang dealen met negatieve overtuigingen tot een burn-out.
Als we denken dat de ander ons mogelijk niet de moeite waard vindt, dus ons geheim heeft ontdekt, dan gaan we vaak nog negatiever over onszelf denken. We schamen ons voor onszelf, we voelen ons bang, verdrietig, eenzaam en somber, en hebben de neiging om eindeloos hierover te piekeren en onszelf te verstoppen. Zodat niemand meer kan zien dat we niet de moeite waard zijn. Helaas is het vaak zo dat deze strategie er ook weer voor zorgt dat de negatieve gedachten over onszelf nog meer versterkt worden.
Zo kunnen mensen in een negatieve spiraal komen, waardoor ze zich steeds slechter gaan voelen en uiteindelijk hulp gaan zoeken.
De overtuiging van ‘niet de moeite waard zijn’, is vaak het gevolg van ervaringen die we in ons leven hebben opgedaan. Vooral ervaringen in onze jeugd hebben een grote invloed op het ontstaan van overtuigingen over onszelf. Als je bijvoorbeeld als kind vaak te horen hebt gekregen ‘dat kun jij toch niet’, ‘dat je een vervelend kind bent’, ‘dat je het steeds verkeerd doet’ of ‘dat je je niet altijd zo moet aanstellen’, of je wordt bijvoorbeeld door je ouders aan je lot overgelaten of op school gepest, dan ga je ook geloven dat er iets mis met je is. Om met het gevoel ‘dat je niet de moeite waard bent’ te kunnen dealen, ontwikkelen kinderen ook coping strategieën, zoals extra opvallen, anderen ‘pleasen’, alles perfect willen doen, situaties vermijden of gaan zorgen voor een ander, bijvoorbeeld voor een ouder. Allemaal strategieën met als doel de pijn die het gevolg is van ‘het niet de moeite waard zijn’, te verminderen of te voorkomen.
Dit negatieve zelfbeeld en de bijbehorende coping strategieën kunnen in de jeugd zo sterk verankerd raken, dat ze op volwassen leeftijd nog steeds een sterke rol spelen. Ook de volwassene is dan nog steeds bezig het geheim ‘dat je niet de moeite waard bent’ proberen te verbergen. Wat dikwijls averechts werkt en juist leidt tot meer negatieve gedachten en gevoelens.
Als het op een gegeven moment niet meer gaat, zoekt de cliënt meestal hulp.
Als een cliënt zich bij mij aanmeldt is het eerste wat we doen samen naar het verhaal van de cliënt kijken. We zoomen samen nauwgezet in op onderdelen van het verhaal van de cliënt. Zowel het verhaal van nu als het verhaal van toen (vroeger). Hoe ziet het verhaal er precies uit? Wat zijn de verbanden tussen toen en nu? Waarom doet de cliënt wat hij/zij doet? Welke betekenissen hebben onderdelen van het verhaal voor de cliënt en hoe heeft de cliënt geleerd hier mee om te gaan? Langzaam wordt duidelijk dat de conclusies die het kind ooit heeft getrokken over zichzelf niet kloppen en vervangen kunnen worden door nieuwe conclusies. Maar ook dat aangeleerde coping strategieën niet meer zo goed werken en vervangen zouden kunnen worden door andere.
Ook is het heel belangrijk dat er veel ruimte is voor erkenning van wat het kind heeft meegemaakt, is aangedaan. Dan pas kan op een gegeven moment ook op een dieper niveau gevoeld worden dat je OK bent, er wel degelijk toe doet.
Helaas bestaat er geen ‘quick fix’ om duurzaam van deze klachten af te komen. Iets wat zo verankerd is in het brein kost veel tijd en energie om te veranderen. Maar stapje voor stapje merkt de cliënt dat er ook op een dieper niveau wat verandert, door steeds weer het vergrootglas te leggen op onderdelen van het verhaal en daar samen naar te kijken. Dan komt er op een gegeven moment ruimte voor nieuwe inzichten en lukt het steeds vaker om los te komen van het verhaal.
Ook in het dagelijks leven merkt de cliënt steeds vaker dat er wat verandert. Dat ook op een dieper niveau steeds meer landt dat hij/zij wel de moeite waard is en dat het ook steeds beter lukt te handelen op basis van een bewuste keuze in plaats van op basis van angst.
De toegepaste therapievorm is voornamelijk process based ACT, aangevuld met onderdelen uit andere therapieën, zoals schematherapie (bijv. Imaginaire Rescripting).
Onlangs is het eerste Nederlandstalige boek over process based ACT voor therapeuten verschenen. Namelijk: ACT met hoofd en hart. Geschreven door Lieve Bruyninx, Yvonne Barnes-Holmes, Ciara Mcenteggart, Roy Thewissen en Marjolein Vleugel.
Ik ben erg blij dat dit boek is verschenen en hoop dat het een eerste stap is waardoor er uiteindelijk in de GGZ veel meer volgens de principes van process based ACT gewerkt gaat worden. Ik verwacht dat dat veel kan opleveren voor cliënten die nu onvoldoende geholpen worden.